Om een ​​soort "Bretonse suite" te creëren zijn de melodieën in progressieve toonsoortvolgorde geplaatst. Daardoor wordt het wisselen van haakjes en pedaal vergemakkelijkt. Deze volgorde maakt het ook mogelijk om een ​​paar deuntjes achter elkaar te spelen als een "Bretonse medley". Bretonse melodieën zijn vaak erg modaal van aard. Daarom kan het zijn dat sommige melodische contouren of harmonieën u onbekend of onverwacht in de oren klinken. 

Titels:
Santez Mari, Mamm Doue (Saint Mary, Mother of God); Doue Lan A Vadeleh (God Full of Goodness); Les Filles Des Forges (The Daughters of the Forges); Ma Fransez (My Françoise); Me A Zavo Eun Dourell (I Would Have a Tower); Gavotten Ar Serjant-Major (The Sergeant-Major Gavotte); Kimiad Ann Ene (The Soul’s Departure); Pach-Pi (Passepied); Dañs Govel Yann (Midsummer Dance or St. John’s Dance); Me A Gar Eur Goulmik (I Love a Turtle Dove); Avant Deux (Forward Two); Granno Mo Mio (Grannus My Friend); Le Pas De Sept (The Seven Step); An Alarch (The Swan); Les Prísons De Nantes (The Prisons of Nantes).