Själens Tröst betekent 'Troost voor de ziel'.

Het stuk is voortgekomen uit een improvisatie en kan je zien als een improvisatiesjabloon, waarin wordt getoond hoe je uit een paar basisakkoordpatronen verschillende varianten kunt creëren door individuele vingers te laten afwijken van de akkoordtonen.

Naast de exacte transcriptie van deze improvisatie, bevat het boekje ook gedetailleerde instructies voor spelen en improviseren met ideeën voor vereenvoudiging, een overzicht van de gebruikte akkoordprogressies en twee voorbeelden van de basisstructuren die het uitgangspunt vormen voor deze improvisatie.

Het bereik van het origineel verwijst naar een harp met 34 snaren, waarvan de laagste noot C. Maar je kunt het stuk ook op kleinere harpen spelen door de bashand te versmallen tot de triade-vingerzetting (in plaats van de vijfde-vierde vingerzetting) als je het basisidee hebt begrepen.

Totale lengte: 20 pagina's. Moeilijkheidsgraad: afhankelijk van de versie gemakkelijk tot gemiddeld.