Dit album is speciaal gemaakt voor beginners op blokfluit, dwarsfluit, bes-klarinet, viool en harp zonder pedalen.
Bij zoveel verschillende melodie-instrumenten is de ligging van de melodie de ene keer beter voor viool en de andere keer voor één van de andere instrumenten. De spelers zullen zelf wel uitzoeken wat het beste ligt voor hun instrument, maar ik heb zoveel mogelijk rekening met iedereen gehouden.
De muziek komt uit de onuitputtelijke voorraad volksmelodieën van Zuid-Bohemen, Zuid-Oost-Moravië en Slowakije, landen die met nog enkele andere gezamenlijk Tsjecho-Slowakije vormen.
De instrumenten die daar bespeeld worden zijn voornamelijk de klarinet, doedelzak, viool en cimbalen. Op afbeeldingen uit vroeger tijden is te zien dat er ook veel harp gespeeld is op een harp zonder pedalen, die meestal wat groter was dan onze huidige "kleine" harp.

Titels:
Vlaštovička Lítâ (Er vliegt een zwaluw...)
Sedlák (De landman)
Ajá sám (Geheel alleen)
Strejček nimra (Ome Pimmel kocht een schimmel)
Andulko, huběnko, duše má (Anneke m'n hartje, m'n liefje)
Poděbradská brána (Er stond een oude poort)
Nevydávaj (Trouw maar nooit)
Pasol Jano (Jano was een herder)
Kdo má počernú galánku (Wie een heimelijk liefje heeft.)
Tancuj, vykrúcaj (Dans in 't rond, draai in 't rond)
Když jsem plela len (Toen ik vlas aan 't spinnen was)
Ptáčku jařabaty (Kraanvogel, vlieg in de verte...)
Hajho, husy (Voort, voort, voort, de ganzen...)
Když jsi ty, sedláčku pán (Boertje wou eens heertje zijn)
Na tom pražském mostě (Op de oude brug te Praag)
Jeničku, bloudiš (Oh, Jantje dwaal toch niet)
Co dělá, má žena (Wat doet m'n vrouw toch als ik van huis ben)
Seděla Iiška (Er zat eens een vosje...)
Kdybys měla má panenko (Al had je honderd schapen, meiske)
Kudy cestiška (Waar zal het paadje wel zijn... ?)
Týnom, tánom (Bimbam)